WE MOETEN GOD DANKEN

David Wilkerson (1931-2011)

Jona was een profeet die de goedertierenheid (liefdevolle vriendelijkheid) van de Heere volledig begreep. Maar hij was een man die er niet van kon genieten, noch het toepassen. In plaats daarvan veranderde Jona Gods goedertierenheid in een last voor zichzelf.

God beval Jona om naar de slechte stad Ninevé te gaan en zijn snelle vernietiging te profeteren. Je moet weten, de Ninevieten waren vijanden van Israël. Maar Jona liep snel weg toen hij Gods instructie hoorde. Wat heeft zijn extreme reactie veroorzaakt? Het was omdat hij van de goedertierenheid van de Heere wist. Jona verklaarde aan de Heere: "Want ik wist dat U een genadig en barmhartig God bent, geduldig en rijk aan goedertierenheid, Die berouw heeft over het kwaad." (Jona 4:2).

Met andere woorden: "God, U hebt mij geboden om Ninevé te vertellen dat ze slechts veertig dagen hebben voordat de vernietiging komt. Maar dat kan ik niet doen omdat ik U ken. U raakt gemakkelijk bewogen. Tranen en bekering verzachten Uw hart en ik weet wat er zal gebeuren. Als U de Ninevieten ziet huilen, dan zult U van gedachten veranderen. In plaats van te oordelen, zult U hun harten naar Uzelf doen keren – en ik zal voor gek staan!"

Uiteindelijk ging Jona naar Ninevé, maar alleen via de buik van een reusachtige vis die hem op het droge spuwde. Jona verkondigde Gods oordeel aan Ninevé en zeker, de mensen hebben zich bekeerd. De verstokt-zondige Ninevieten huilden, vastten, rouwden en gingen in zak en as, zelfs hun dieren bedekten zij met rouwdoeken. Het was een van de meest ingrijpende opwekkingen die in de Bijbel zijn opgenomen.

Maar in het midden van dit alles werd Jona boos. Hij mopperde eigenlijk omdat God Ninevé gespaard heeft, in plaats van zich te verblijden in hun redding. Kortom, Jona genoot niet van Gods goedertierenheid.

Geliefden, als volk van God mogen wij niet dezelfde fout maken. We moeten God danken voor Zijn genadige goedertierenheid ten opzichte van onszelf, Zijn Kerk en ons land.