WAT DOE JIJ WANNEER JE OVERSTELPT BENT?

David Wilkerson (1931-2011)

In een tijd van enorme zwaarmoedigheid kwam het onderwerp dankbaarheid in mijn aandacht. Er stapelden zich zoveel problemen op en ik flapte er naar mijn vrouw uit: “Ik heb het wel gehad. Ik ben aan het einde van mijn Latijn en ik wil gewoon verdwijnen!"

Ik had last van zelfmedelijden en begon tegen God te klagen: "Heere, hoelang wilt U mij in dit vuur houden? Ziet U niet hoe moe mijn geest is geworden? Wanneer gaat U me antwoorden, God?"

Plotseling viel de Heilige Geest op mij en ik schaamde me. Hij fluisterde in mijn hart: "Begin nu maar met Mij te danken, David. Breng Me een dankoffer voor alle dingen die ik in het verleden voor je heb gedaan en voor wat Ik in de toekomst ga doen. Dank voor je familie, je gezondheid, je bediening. Geef Me gewoon een dankoffer en alles zal er anders uitzien. Je zult vrede hebben in de strijd en Ik zal je ziel zegenen met volle verzekering."

Die woorden vestigden zich in mijn geest, maar ik vroeg me af wat de Heere met "een dankoffer" bedoelde. Toen ik het Woord doorzocht, stond ik versteld van alle verwijzingen die ik vond.

"Laten zij lofoffers brengen en met gejuich van Zijn werken vertellen." (Psalm 107:22).

"Ik zal U een offer van dankzegging brengen en de Naam van de HEERE aanroepen." (Psalm 116:17).

"Laten wij Zijn aangezicht tegemoet gaan met een loflied, laten wij voor Hem juichen met psalmen" (Psalm 95:2).

En, natuurlijk, de meest bekende Bijbelpassage over dankzegging: "Ga Zijn poorten binnen met een lofoffer, Zijn voorhoven met een lofzang; loof Hem, prijs Zijn Naam" (Psalm 100:4).

Weet je niet waar je het zoeken moet, zoek het in dankzegging! Dank de Heere voor Zijn vergiffenis, Zijn zegeningen, Zijn beloften, voor alles wat Hij heeft gedaan en nog zal doen. Dank Hem in alles!