VERANDERD NAAR ZIJN BEELD

David Wilkerson (1931-2011)

De Schrift maakt duidelijk dat het voor elke ware volgeling van Jezus mogelijk is, om de glorie van God te zien en te begrijpen. Inderdaad, onze Heer openbaart Zijn heerlijkheid aan iedereen die rnaar vraagt ​​en er ijverig naar streeft. Ik geloof dat de openbaring van Gods heerlijkheid Zijn volk zal toerusten, om de gevaarlijke dagen die voor ons liggen, te doorstaan.

De glorie van God is geen fysieke openbaring of een gevoel van extase. Noch is het een soort van bovennatuurlijke aura of engelachtig licht dat plotseling uitbarst. Simpel gezegd, Gods heerlijkheid is een openbaring van Zijn aard en eigenschappen!

Als we bidden: "Heere, toon mij Uw heerlijkheid", bidden we eigenlijk: "Vader, openbaar mij wie U bent." De Heere wil ons laten zien, hoe Hij bekend wil worden. De Heere stuurde Mozes om Israël te bevrijden, zonder hem een ​​volledige openbaring te geven over wie de God van Israël was. De Heere zei hem alleen: "Ga en zeg dat IK BEN je gezonden heb." Maar Hij gaf geen uitleg over wie "IK BEN" was.

Ik geloof dat dit is waarom Mozes riep: "Toon mij toch Uw heerlijkheid!" (Exodus 33:18). Mozes had een knagende honger om te weten wie de grote IK BEN was - om Zijn aard en karakter te kennen. En de Heere verhoorde zijn gebed. Eerst instrueerde hij Mozes zich te verbergen in de kloof van een rots, waar God tot hem kwam in een eenvoudige openbaring - geen donder, bliksem of aardbeving.

"Toen de HEERE bij hem voorbijkwam, riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw, Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden, Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft, maar Die de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt en de ongerechtigheid van de vaders vergeldt aan de kinderen en kleinkinderen, tot in het derde en vierde geslacht (Exodus 34:6-7).

God stond toe dat Mozes Zijn glorie zag, zodat hij veranderd kon worden door de aanblik ervan. Hetzelfde geldt voor ons vandaag. God onthult Zijn glorie aan ons, zodat wij door die te zien, veranderd kunnen worden naar Zijn beeld.