ROTSVAST VERTROUWEN IN GOD

David Wilkerson (1931-2011)

De meeste christenen zijn bekend met dit vers: "Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde." (Hebreeën 4:15). We zien hier dat onze Hogepriester, Jezus, met ons mee lijdt. Met andere woorden, de Heere wordt persoonlijk geraakt door alle pijn, verwarring en wanhoop die wij voelen.

Er is niets van wat wij ervaren, dat Hij ook niet op de een of andere wijze heeft doorstaan. Omdat we zo'n grote hogepriester hebben, hebben we de instructie gekregen: "Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip." (Hebreeën 4:16). Ons wordt gezegd: "Je Redder weet precies waar je doorheen gaat en Hij weet dus precies hoe en wanneer Hij Zijn genade aan jou moet betonen."

We hebben de meeste theologische definities van genade wel gehoord: onverdiende gunst; de goedheid van God; Zijn speciale liefde. Maar wanneer er beproevingen komen, hebben we de keuze hoe we zullen reageren. In het boek Job zien we dat de vrouw van Job verbitterd werd over de onuitsprekelijke tragedie waar zij doorheen gingen. Ze deed een dwaze beschuldiging aan Gods adres en spoorde Job aan: "Zeg God vaarwel en sterf." (Job 2:9). Ze zei in wezen: "Waarom zou de Heere zo'n ondenkbare tragedie over deze godvruchtige familie laten komen?"

Maar zelfs in zijn grote verdriet en angst verklaarde deze goddelijke man: "Zie, al zou Hij mij doden, zou ik niet hopen? Maar toch zal ik mijn wegen voor Zijn aangezicht verdedigen." (Job 13:15).

Job zei: "Het doet er niet toe of deze steenpuisten me naar mijn graf brengen, ik zal nooit mijn vertrouwen opgeven dat Hij weet wat Hij doet. Hoewel ik hier niets van begrijp, weet ik dat God een eeuwig doel heeft.”

Geliefde, jouw lijden levert iets kostbaars op in je leven, terwijl je gevormd wordt tot een (door)gever van genade.