ONZE GOD VAN MEDEDOGEN

David Wilkerson (1931-2011)

In zijn donkerste uur, ontdekte Jeremia een heerlijke waarheid, die hem nieuwe hoop en zekerheid bood. Eigenlijk kende hij deze waarheid al, maar deze raakte zijn ziel niet aan tot hij met zichzelf aan het einde kwam. Hij ontdekte toen hij het dieptepunt bereikte - God was daar! "Beneden" betekent niet diep een donkere afgrond ingaan, het betekent dieper in God te gaan. De waarheid is  dat God niet "daarboven" ontdekt zal worden onder een zalige, onbewolkte hemel, maar in de schaduw van verdriet en wanhoop.

Toen Jeremia op zijn dieptepunt kwam, botste hij tegen God op! Hij stootte zich aan de trouw van een meelevende Vader en geleidelijk aan realiseerde hij zich veel diepe waarheden.

Wanneer je zo gekwetst bent, dat je het moeilijk nog een dag kunt volhouden, zegt Gods Woord: "Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn, dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is! Nieuw zijn ze, elke morgen; groot is Uw trouw!"(Klaagliederen 3: 22-23).

“Want wanneer Hij bedroefd heeft, zal Hij Zich ontfermen naar de grootheid van Zijn goedertierenheid” (Klaagliederen 3:32).

God heeft pijn wanneer jij pijn hebt; Hij is niet tegen je. (zie Klaagliederen 3:33). Als je op je diepste punt bent, keer je dan naar de Heere toe en prijs Zijn Naam. "Laten wij met onze handen ook ons hart opheffen, tot God in de hemel" (Klaagliederen 3:41). Dat is het moment waarop God heel dichtbij zal komen en fluistert: "Wees niet bevreesd!" (Klaagliederen 3:57).

Jeremia schreef het Boek van de Klaagliederen vanuit een gebroken hart, rouwend over de verwoesting van Jeruzalem. Zijn kracht en hoop waren verdwenen; hij was leeg en vernederd. Maar hij vertrouwde volledig op de genade van de Heere en hij kon getuigen, "Daarom zal ik hopen." (Klaagliederen 3:21).

Er is geen menselijke omstandigheid zo somber en hopeloos, of God zal ons ontmoeten en ons hoop geven.