"Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus. Het is immers voor mij terecht dat ik dit van u allen denk, omdat ik u allen in mijn hart heb als deelgenoten van mijn genade, zowel in mijn gevangenschap als in de verdediging en bevestiging van het Evangelie." (Filippenzen 1:6-7).
Je kunt de liefde zien die Paulus hier heeft voor de Filippenzen. En door deze grote liefde lijdt hij met hen mee, vanwege de moeilijke omstandigheden waar ze doorheen gaan.
Een paar jaar geleden verloren dierbare vrienden van ons allebei hun baan en moesten ze met hun kinderen naar een klein appartement verhuizen.
Natuurlijk deed mij dat pijn en als een vader voor zijn kind wilde ik iets beters voor hen. Wat doe je als anderen pijn hebben? In deze situatie ging mijn gebed voor die vrienden ongeveer als volgt: "Heere, waarom? Wat is er mis? Heere, kunt u hen niet helpen? Geef ze elk een baan." Ik geef toe dat ik erg verontrust was over hun situatie.
Vergelijk dat met het gebed van Paulus: "Ik dank mijn God, telkens wanneer ik aan u denk – in elk gebed van mij voor u allen bid ik altijd met blijdschap" (Filippenzen 1:3-4).
Er was geen paniek, angst, stress of gebrek aan vertrouwen. Paulus was erg dankbaar en bad met grote vreugde! Waar komt dat vandaan? Laten we eens kijken naar wat Paulus ons in vers 6 nog een keer vertelt.
‘Ik vertrouw erop', ‘ik ben er zeker van’…. Wat weet Paulus zeker?
"…dat Hij Die in u een goed werk begonnen is." Paulus noemt de reden dat hij er zeker van is en dat hij er vreugde in kan scheppen, namelijk: HIJ. . . Jezus! Hij geeft moed en vertrouwen.
Het vertrouwen komt voor de volgelingen van Christus Jezus wanneer zij deze zin kunnen zeggen: "Ik ben er zeker van, dat Hij. . .”
De nadruk ligt op HEM. Het is HIJ die dit heeft gedaan. Het is niet de dokter. Het is niet de financieel deskundige. Het is Jezus, die dat goede werk in jou begon en Hij zal getrouw zijn om het te voltooien!