De apostel Paulus instrueert ons: "Samen bent u namelijk het lichaam van Christus, en ieder afzonderlijk Zijn leden." (1 Korinthe 12:27). Op een andere plaats zegt hij meer specifiek: "Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus." (1 Korinthe 12:12).
Paulus vertelt ons in wezen: "Kijk eens naar je eigen lichaam. Je hebt handen, voeten, ogen en oren. Je bent geen geïsoleerd brein, los van de andere lichaamsdelen." Het is hetzelfde met Christus. Hij is niet alleen een hoofd; Hij heeft een lichaam en we zijn Zijn leden. We zijn verbonden met Jezus, ons hoofd, maar we zijn ook met elkaar verbonden.
Paulus maakt dit overduidelijk, hij zegt: "De drinkbeker der dankzegging, die wij met dankzegging zegenen, is die niet de gemeenschap met het bloed van Christus? Het brood dat wij breken, is dat niet de gemeenschap met het lichaam van Christus? Omdat het brood één is, zijn wij, die velen zijn, één lichaam, want wij allen hebben deel aan het ene brood." (1 Korinthe 10:16-17). Eenvoudig gezegd, we worden allemaal gevoed door hetzelfde voedsel: Christus, het manna uit de hemel. "Want het brood van God is Hij Die uit de hemel neerdaalt en aan de wereld het leven geeft." (Johannes 6:33).
Sommige christenen willen niet verbonden zijn met andere leden van het lichaam. Ze communiceren met Jezus, maar ze isoleren zichzelf bewust van andere gelovigen. Maar een lichaam kan niet uit slechts één lid bestaan en het lichaam van Christus kan niet alleen uit een hoofd bestaan. We kunnen eenvoudig niet één zijn met Christus zonder één te zijn met Zijn lichaam.
Gelovigen zijn niet alleen gebonden door hun behoefte aan Jezus, maar ook door hun behoefte aan elkaar. Paulus zegt: "En het oog kan niet zeggen tegen de hand: Ik heb je niet nodig, of vervolgens het hoofd tegen de voeten: Ik heb jullie niet nodig." (1 Korinthe 12:21).
Ons Hoofd zegt dat we allemaal belangrijk, zelfs noodzakelijk, zijn voor het functioneren van Zijn lichaam. Dit geldt vooral voor leden die gekneusd of gewond zijn. De Heere zelf zegt: "Ik heb je nodig. Je bent een onmisbaar lid van Mijn lichaam en absoluut noodzakelijk om te kunnen functioneren."