Het evangelie van de verschoppelingen

Lucas 15 is genoemd: "Het evangelie van de verschoppelingen". Eeuwenlang is dit hoofdstuk beschouwd als Gods Woord voor diegenen die zijn gevallen. Het is een boodschap voor allen die van Christus zijn afgedwaald, die eens waren gevonden, maar nu verloren zijn, die misschien gebonden zijn door een zonde waarmee ze zijn behept.

Wat is precies een verschoppeling? In Lucas 15 zijn de verschoppelingen zij die verworpen zijn door de maatschappij en door de kerk. Ook zijn het zij die zich verworpen voelen door God vanwege een morele fout.

Dit opmerkelijke hoofdstuk opent met een menigte zondaren die zich verzamelen om het onderwijs van Jezus te horen. Onder hen waren tollenaars of belastingophalers, een beroep dat vol met corruptie zat. Tollenaars werden veracht door de maatschappij, en werden beschouwd als de grootste zondaren, samen met hoeren, hoerenlopers en dronkaards. Inderdaad, zij waren allemaal de verschoppelingen van hun tijd, mensen die "verloren" waren in de ogen van de wereld.

Maar dit waren nou juist de mensen waar Jezus het meest van hield. Inderdaad, zij waren degenen waarvoor Hij speciaal was gekomen om ze te redden. Zij waren de zieken die een dokter nodig hadden, en Hij was de dokter die ze nodig hadden.

Laat me je vragen: beschrijft deze "wegwerp"-groep jou op de één of andere manier? Misschien ben je van de Heer afgevallen. Misschien ben je vervreemd geraakt van de dingen van God door de één of andere zonde waarmee je bent behept: pornografie, alcohol, drugs.

Wat je strijd ook is, je voelt niet langer de nabijheid van Christus. Je bent bang dat je zo diep in de zonde zit dat je niet vergeven kan worden. Sommigen strijden met de knagende gedachte dat ze eigenlijk niet meer gered kunnen worden. Als dat jou beschrijft, dan is deze boodschap speciaal voor jou bedoeld.

Toen Christus voor die menigte stond, hield zich daar ook een groep trotse farizeeën en schriftgeleerden op. Terwijl ze toekeken moeten deze religieuze leiders tegen elkaar gezegd hebben: "Kijk toch eens naar die 'leermeester'. Iedere goede jood, iedere goede leraar, zou nooit omgaan met zondaars. Maar deze man omarmt ze en legt ze de handen op. Ze zijn verschoppelingen, bekende zondaars, maar hij bidt en eet met ze".

Toen Jezus begon te spreken, werd de menigte stil. Hij vertelde daarna die gelijkenissen: prachtige voorbeelden over Gods hart voor de verschoppelingen. Deze gelijkenissen gingen over een verloren schaap, een verloren munt en een verloren zoon.

De boodschap van Jezus was niet alleen bedoeld voor hen die voor Hem verzameld waren. Het was voor iedere generatie bedoeld en vooral voor die van ons.

De boodschap van Christus in deze gelijkenissen is voor allen die gebonden zijn geworden door zonde. Dit kan gelden voor voorgangers of leraren of gewoon voor iedere gelovige. Het is voor diegenen die eens vol vuur waren voor de Heer, maar nu afdrijven, koud worden, en zich niet geliefd voelen door God of de kerk.

Ik denk aan een voorganger die ik eens had raad gegeven en die overspel had gepleegd. Deze man verloor zijn kerk en zijn familie en bleef achter zonder een dollar in zijn zak. Hij vertelde me: "God zegende me met veel, en toch zondigde ik tegen zoveel licht. Ik predikte boodschappen over precies datgene wat ik zelf heb gedaan. En hier ben ik nu, een verschoppeling".

De boodschap van Jezus is voor hem en voor massa's mensen die zoals hij zijn.

"Wie van u, die honderd schapen heeft en er één van verliest, laat niet de negenennegentig in de wildernis achter en gaat de verlorene zoeken, totdat hij het vindt?" (Lucas 15:4)

Jezus spreekt hier over een schaap dat in de kudde is geweest. Dit is duidelijk een lid van de kudde van Christus, één die goed gevoed is en geleid door een liefdevolle herder. Maar toch is dit schaap verloren gegaan, en daarom is de herder op weg gegaan om ernaar te zoeken.

Let op wat Jezus hier zegt over de herder: "Hij gaat de verlorene zoeken, totdat hij het vindt" (15:4). God geeft iemand nooit op die verloren is gegaan en die tot Hem behoort. Hij staat nooit toe dat de gevallene zo ver wegdrijft dat hij niet meer teruggebracht kan worden. In plaats daarvan gaat Hij op weg om dat schaap te zoeken, hij omarmt het en brengt het terug naar de kudde.

Eenvoudig gezegd, je kunt zover de zonde ingaan dat je bij de rand van de hel komt, maar dan zal Hij je nog steeds achternagaan. David getuigt: "Als ik mijn bed plaats in de hel, dan nog bent U daar" (Psalm 139:8). We hebben allemaal de uitdrukking gehoord: "hel op aarde". Dat is de situatie voor hen die van God wegrennen. Hun "bed in de hel" is een verschrikkelijke, afschuwelijke situatie. Het betekent gevangen te zitten in zonde, steeds verder van de Heer wegdrijvend, zodat je uiteindelijk in een levenloze slaaptoestand valt. Deze slaaptoestand gaat gepaard met een knagende angst die fluistert: "Je gaat steeds dieper de hel in. Je komt misschien nooit meer terug naar God".

Jarenlang gaven mijn vrouw Gwen en ik raad aan een van haar geloof afgevallen dochter van een prediker. Als jong meisje had ze de roeping van zendelinge gekregen, en ze had een hart voor de Heer. Ze werd grootgebracht in een vrome familie, maar als teenager rebelleerde ze. Tenslotte, op achttien jarige leeftijd, rende ze van huis weg en trouwde met een atheïst.

Van tijd tot tijd bezocht deze jonge vrouw ons huis, en Gwen en ik stonden haar bij. Ze leek hierop positief te reageren, maar over de jaren verhardde ze langzaam haar hart. Zij en haar echtgenoot hadden twee zonen, en beiden werden atheïst.

Jarenlang was deze vrouw geplaagd door het gevoel haar roeping gemist te hebben, en na een tijd werd ze er bitter van. Op een zeker moment vertelde ze ons: "Alsjeblieft, praat niet meer over mijn roeping. Ik heb mijn bed ergens anders gelegd en ik zal erin moeten liggen. Ik ben getrouwd met een atheïst, en mijn leven is een levende hel geweest".

De vrouw had speciaal een vriendschapsrelatie met Gwen, die haar altijd omarmde en haar vertelde hoeveel de Heer van haar hield. Maar op zeker moment was de vrouw ervan overtuigd dat ze niet meer kon terugkeren naar de situatie waar ze in geweest had moeten zijn, omdat ze te ver weg was gekomen hiervan, en ze was ervan overtuigd dat het voor haar over was.

Maar de Heilige Geest bleef haar roepen en liet "kleine berichtjes" bij haar achter. Zoals Jezus ons vertelt in de gelijkenis, Hij gaat het verloren schaap opzoeken totdat het gevonden is.

Jaren later, toen de vrouw over de zestig was, belde ze naar ons op. Ze was juist gescheiden van haar man en verhuisde naar een nieuw appartement. Ze was het aan het inrichten en had een nieuwe baan. Ze klonk echt opgewonden toen ze ons vertelde: "Eindelijk denk ik dat ik op de plek ben waar ik een beetje rust kan vinden. Misschien zal ik nu een goed leven kunnen krijgen".

De volgende week kreeg ze een zere keel. Ze ging naar een ziekenhuis, maar binnen een paar dagen stierf ze. Deze vrouw was nooit ziek geweest, en in korte tijd was haar leven over. Een familielid die haar had gezien in het ziekenhuis vertelde ons dat de vrouw tot Jezus had gebeden vlak voordat ze stierf. Blijkbaar reikte de Heer naar haar uit in de laatste minuut, en tilde haar in Zijn armen om haar dan naar huis naar Hem te brengen.

Ik geloof dat Jezus haar meenam in het middernachtelijke uur, juist op het moment dat ze de eeuwigheid inging. Ik stel me voor dat Hij in wezen zegt: "Ik ben al tientallen jaren naar dit schaap op zoek. En de hele tijd wachtte ik op alleen maar één roep vanuit het hart".

Christus vertelt me hierdoor: "Het maakt niet uit wat je gedaan hebt. Je hebt je bed misschien in de hel geplaatst. Maar je bent niet te diep in de zonde zodat ik je niet meer zou kunnen bereiken en je met open armen kan ontvangen".

Wanneer de herder het verloren, gewonde schaap vindt, brengt Hij het niet gelijk terug naar de kudde. Volgens de gelijkenis draagt Hij het gewonde schaap Zijn huis binnen. Dan roept Hij al Zijn vrienden en buren bijeen, en roept uit: "Verblijdt u met mij, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was".

In dit laatste vers zien we het hart van de boodschap van Jezus in al deze drie gelijkenissen. Bij al de gelijkenissen spreekt Christus over de vreugde van de Vinder: "Ik zeg u, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar, die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die geen bekering nodig hebben" (vers 7).

In het verleden ben ik getuige geweest van het vinden en genezen worden van vele verloren schapen. Te vaak ontdekte ik later dat de meesten van degene die teruggebracht waren en genezen, niet echt zich verheugden in Jezus nadien. Ze wisten dat ze vergeven en geliefd waren. Maar na veel tijd begonnen ze zichzelf weer te veroordelen, en te denken: "Ik ben zo verschrikkelijk geweest. Ik moet het goedmaken aan de Heer, aan mijn geliefden, aan het lichaam van Christus".

Ze werden achtervolgd door een gevoel van de tijd verkwist te hebben, van verloren jaren, van angst dat ze nooit in staat zouden zijn de Heer blij te kunnen maken. En daarom besteedden ze al hun energie en gedachtes aan het proberen God gunstig te stemmen. Ze deden constant werken van het vlees. Maar al die tijd was Jezus meer bereid om ze te vergeven dan zij bereid waren om die vergeving te aanvaarden.

Zou dit de reden zijn waarom Christus herhaaldelijk in deze gelijkenissen spreekt over hoe blij God is over het terugvinden van verloren schapen? Kijk eens naar de gelijkenis van de schapen: als we het huis van de herder in zouden kijken, zouden we zien hoe de weer teruggevonden schapen liefdevol worden verzorgd, gewassen, gekamd en weer gezond worden gemaakt.

De herder schold het gewonde schepsel nooit uit. Hij vertelde niet tegen iedereen dat het was weggelopen. In plaats daarvan verheugde deze herder zich voor iedereen en zei: "Kijk eens naar dat verloren schaap dat is teruggevonden. Hier is een trofee van mijn genade!"

Bovendien zou al de verloren tijd, dat het schaap weg was, nu weer hersteld worden. Gods Woord zegt:

"Vrees niet, o land, jubel en verheug u, want de HERE heeft grote dingen gedaan.

…Ik zal u vergoeden de jaren, toen de sprinkhaan (alles) opvrat, de verslinder en de kaalvreter en de knager, mijn groot leger dat Ik op u afzond.

Gij zult volop en tot verzadiging eten, en gij zult loven de naam van de HERE, uw God, die wonderbaar met u gehandeld heeft; mijn volk zal nimmermeer te schande worden.

Dan zult gij weten, dat Ik in het midden van Israël ben, en dat Ik, de HERE, uw God ben, en niemand anders; mijn volk zal nimmermeer te schande worden" (Joël 2:21,25-27).

Let op het laatste vers. Het doet er niet toe wat je gedaan hebt, hoever je misschien afgedwaald ben geweest. Wanneer de herder je terugbrengt, wordt je helemaal verlost. Er is geen reden om in je vlees te werken om te proberen de val die je maakte, goed te maken. Je Verlosser heeft verklaard: "Er is geen reden meer voor je om beschaamd te zijn. Ik heb je verlost!"

"Of welke vrouw, die tien schellingen heeft, en er één verliest, steekt niet een lamp aan en veegt het huis en zoekt zorgvuldig, totdat zij hem vindt?"(Lucas 15:8). Nogmaals gaat iemand achter het verloren, waardevolle object aan, totdat ze het heeft gevonden.

"En als zij hem gevonden heeft, roept zij haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: Verblijdt u met mij, want ik heb de schelling gevonden, die ik verloren had" (15:9). Ook in deze tweede gelijkenis is het eerste ding wat degene die aan het zoeken is, doet, als ze het waardevolle object terugvindt, zich te verheugen. Beide gelijkenissen benadrukken dit thema: er is grote blijdschap over het terugvinden van de verloren zaak. "Alzo is er, zeg Ik u, blijdschap bij de engelen Gods over één zondaar, die zich bekeert" (15:10).

In de eerste jaren van 1960, nadat mijn vader was gestorven, ging ik naar New York City om er te werken met bendeleden en verslaafden. Mijn moeder en een goede vriendin van haar, genaamd Faye, werkten met ons samen in de bediening. Het was het begin van het hippie tijdperk, en de straten van Greenwich Village waren vol met mensen die gedichten aan het oplezen waren, met rockgroepen en homoseksuelen.

Mijn moeder hield ervan op de straten in het dorp te werken, en daarom vroeg ze ons of ze daar een koffiehuis mocht openen. We serveerden gratis donuts en koffie aan jonge mensen die binnenkwamen, en ze getuigde altijd tegen hen. We noemden dat koffiehuis: "De verloren munt". Mijn moeder sprak over Jezus tegen iedereen die binnenkwam, en ging er altijd vanuit dat: "Als ook maar één persoon gered zou worden, dit het werk allemaal waard zou maken".

Op een dag kwam een jonge, joodse man binnen en ging aan een tafel zitten. Mijn moeder ging naast hem zitten en begon hem te vertellen over de Messias. Deze jonge man was een verschoppeling van zowel de Amerikaanse samenleving als van zijn joodse familie. Zijn naam was Kurt, en zoals vele jonge mensen van die tijd was hij op zoek naar waarheid. Hij bleef komen naar het koffiehuis, en iedere keer getuigde mijn moeder tegen hem en bad voor hem. Tenslotte gaf Kurt zijn leven aan Jezus.

Er waren vele jonge mensen die dat koffiehuis binnenkwamen, die overtuigd werden door de Heilige Geest en baden en Jezus aannamen. Maar er was één verloren munt in het bijzonder die door de Heilige Geest was bepaald om "opgeveegd" te worden en gevonden op de straten van Greenwich Village: Kurt.

Mijn moeder is ondertussen naar de Heer gegaan. En in de jaren daarna heeft het getuigenis van Kurt zich vele malen vermenigvuldigd. Zijn verhaal werd gelezen over de hele wereld in Guideposts Magazine. Hij en zijn vrouw, Barbara, hebben meer dan vijfendertig jaar mijn preken geprint en verspreid, met daarbij hun website: misslink.org, die honderdduizenden keren is geraadpleegd en gedownload door mensen over de hele wereld. En dat komt allemaal door de gelijkenis van de verloren munt. De vrouw veegde en veegde totdat ze de verloren munt had gevonden, en zei tegen zichzelf: "Ik ga door met vegen totdat ik hem heb gevonden". Bij de Verloren Munt was die waardevolle munt Kurt.

Dit verhaal gaat over twee verloren munten, en het vond plaats in het door oorlog verscheurde Kosovo, in Servië. Toen tegenover elkaar staande troepen tekeer gingen in de door bommen plat gelegde straten van die stad en overal projectielen rondvlogen, was de Heilige Geest ook bezig door de straten te gaan, op zoek naar de verlorenen.

Een jonge man en zijn vrouw waren heroïne verslaafden, en leefden op straat in die stad. Een christen die voorbij kwam, kwam hen tegen en gaf hen een kopie van mijn boek: "Het kruis in de asfaltjungle". Het echtpaar besloot om iedere keer één hoofdstuk te lezen, en dan tussen de hoofdstukken door te trippen op heroïne.

Hoofdstuk na hoofdstuk werd dit echtpaar bevangen door de heroïne. Maar ook bracht ieder hoofdstuk van het boek hen een glimpje hoop. De jonge man en vrouw begonnen zich af te vragen of God ook hun leven zou kunnen veranderen. Ze dachten: "Misschien zouden we dan toch verlost kunnen worden". Daarom stonden ze op, liepen naar een kleine kerk en gaven hun leven over aan Jezus.

Vandaag bestuurt dit echtpaar het drugs-rehabilitatie-centrum in Servië. Het komt allemaal doordat de Heilige Geest, net zoals een vastbesloten weduwe, door de straten ging van een door oorlog verscheurde stad, op zoek naar verschoppelingen. Denk je eens in hoe blij God moet zijn over het vinden van die twee verloren munten!

We noemen deze man de verkwister, of de verloren zoon. Het verhaal is aan de meeste lezers bekend, daarom zal ik niet in details gaan. Maar ik wil er dit over zeggen: het gaat niet vooral over een verloren zoon. Veeleer gaat het over de blijdschap van de vader.

Om duidelijk te zijn, de gelijkenis van de verloren zoon gaat over terugkeer. Het gaat ook over genade, vergeving, en herstel. Maar het gaat niet alleen over het feit dat de zoon eindelijk naar huis terugkeert. Lees het verhaal nog eens, en dan zul je opmerken dat, opmerkelijk genoeg, het verhaal niet eindigt wanneer hij terugkeert.

Nee, deze gelijkenis gaat helemaal over wat de zoon thuis houdt. Hoe wordt dit voor elkaar gekregen? Het komt doordat hij weet dat de Vader van hem houdt. "Want mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is gevonden. En zij begonnen feest te vieren" (Lucas 15:24-25).

De vader van de verloren zoon maakte hem nooit verwijten, veroordeelde hem nooit, en sprak er zelfs nooit over dat zijn zoon toen was weggelopen. In plaats daarvan organiseerde hij een feest voor de zoon en nodigde al de vrienden van de familie uit en de buren. Deze vader had ernaar verlangd dat zijn zoon zou thuiskomen, en nu was dit dan eindelijk gebeurd.

De verloren zoon protesteerde eerst, en zei tegen zijn vader: "Nee, nee, ik ben dat niet waardig". Maar zijn vader negeerde hem, en beval dat er kleding voor hem gebracht moest worden, een ring aan zijn vinger en schoenen aan zijn voeten. Nu was alles wat de vader bezat ook weer beschikbaar geworden voor de zoon. En er was grote blijdschap, met muziek, dansen en feesten.

Ik geloof dat liefde deze jonge man thuis bracht. Maar het was de blijdschap van de vader die hem daar bleef houden. Zie je, de verloren zoon bleef bij de vader door het simpele feit dat hij iedere dag wakker werd met de wetenschap dat zijn vader blij was dat hij thuis was. Zijn vader had hem graag bij zich. Bovendien was alles wat in het leven van die jonge man was verloren gegaan, weer hersteld.

Ik heb vele vroegere verslaafden gekend die netzo als de verloren zoon zijn. Ze kunnen zich alleen maar focussen op wat jaren geleden verloren was gegaan door hun verslaving: een echtgenoot/echtgenote, kinderen, een bediening. Ze voelen de kastijdende hand van de Heer, en die kan pijnlijk zijn. Maar Jezus vertelt hen in deze gelijkenis: "Niets is verloren in mijn Koninkrijk. Je zult sterker worden gemaakt hierdoor. Je bent nu thuis. En Mijn genade zal je volledig herstellen".

Toen ik deze boodschap aan het voorbereiden was, las ik in de aantekeningen van een preek die ik eerder had gehouden, ongeveer zeventien jaar geleden. Het gaat over een toelichting die ik gaf, een waar gebeurd verhaal over één van mijn geestelijke zonen.

Gwen en ik hielden van deze jonge man vanaf het begin. Hij was de Heer diep toegewijd, een echte zielenwinner en zeer gerespecteerd door velen. Maar hij werd verrast door zonde en ging moreel ten onder.

Hij voelde zich diep beschaamd door wat er gebeurd was en had verdriet van de pijn die hij bij anderen had veroorzaakt. Maar het meest van alles was hij beschaamd dat hij de naam van de Heer te schande had gemaakt. In zijn ellende keerde hij terug naar zijn oude cocaïne verslaving in een poging om voor zijn gevoelens te vluchten.

Deze man werd de verloren zoon. Hij scheidde tenslotte van zijn vrouw, ging in zaken en werk erg succesvol. Hij reed in duren auto's en ging om met de rijken en beroemden. Al die tijd bleef hij cocaïne gebruiken en hij begon ook veel te drinken. Hij leefde in geestelijke angst, en maakte zich voortdurend zorgen of hij zover van de Heer zou wegdrijven dat hij niet meer terug kom komen.

Net zoals de verloren zoon verspilde hij alles aan wereldse genoegens. De narigheden stapelden zich op, en zijn gezondheid ging meer en meer achteruit. Hij kreeg hartproblemen en begon bloed op te geven. Op een zeker punt sloot hij zichzelf drie dagen op in een kamer, cocaïne gebruikend en in de hoop te gaan sterven.

Helemaal aan het eind van zijn kunnen, alleen in een kamer, was hij aan het drinken en aan het pijn lijden. Hij was ervan overtuigd dat hij naar de hel zou gaan. Tenslotte bad hij tot God en riep uit: "Alstublieft, help me. Neem me terug!"

De Vader antwoordde onmiddellijk op de roep van deze man. Hij omarmde hem en ontving hem terug. Wat een vreugde was het toen ik aan een vriend naar deze verloren zoon vroeg en mij werd verteld: "Heeft u het niet gehoord? Hij is terug. Hij is afgekickt en God zegent hem".

Die teruggekeerde verloren zoon zat in de samenkomst van Times Square Church toen ik deze boodschap een maand geleden predikte. Hij was gekomen om Gwen en mij te bezoeken.

Geliefde gekwelde mens, voel je je een verschoppeling? Heb je het gevoel gehad dat je de liefde van de Vader niet waard was? Alles wat je moet doen is naar Hem uitreiken, één roep om hulp is genoeg voor de Ware Herder om naar je uit te reiken en je in Zijn armen te nemen. Degene die al jaren lang achter je aan is, staat klaar om je te ontvangen. Het is tijd om naar huis te gaan, naar Jezus!