Ongeloof doet het hart van God meer pijn dan enige andere zonde. Wij christenen schreeuwen het uit tegen de zonden van het vlees, maar God is bezorgd om de zonden van het hart - twijfelen aan zijn Woord of twijfelende aan zijn trouw. De echte problemen van leven en dood hebben meer te maken met hoe iemand denkt, dan wat hij doet.
Ik heb christenen gekend die elke zonde van het vlees verlaten die ze kunnen bedenken, maar ondanks "het schoonwassen van hun handelingen", zijn ze nog steeds rusteloos en ontevreden. Ze dachten abusievelijk dat God behaagd zou zijn als ze hun geheime zonde zouden verzaken, dat de zegeningen automatisch zouden vloeien. Maar zonden van het vlees zijn slechts een deel van het probleem. Ze leerden alleen de Heere te vrezen, maar niet om hem te vertrouwen, en angst baart vrijwel altijd ongeloof.
Door Zijn Woord heeft God op genadige wijze een zekere manier verschaft om absoluut vertrouwen in Hem te hebben.
"Als je neerligt, zul je niet angstig zijn, je zult neerliggen en je slaap zal aangenaam zijn. 25 Wees niet bevreesd voor plotselinge angst of voor verwoesting door goddelozen, als die komt, 26 want de HEERE is je hoop, Hij zal je voet bewaren voor gevangenschap." (Spreuken 3:24-26).
"Werp dan uw vrijmoedigheid niet weg, die een grote beloning met zich meebrengt." (Hebreeën 10:35).
"En dit is de vrijmoedigheid die wij hebben in het toegaan tot God, dat Hij ons verhoort, telkens als wij iets bidden naar Zijn wil. 15 En als wij weten dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, dan weten wij dat wij het gevraagde, dat wij van Hem hebben gebeden, ontvangen." (1 Johannes 5:14-15).
Dit zijn prachtige beloften van onze hemelse Vader. Geef niet toe aan angst of twijfel! Behandel ongeloof zoals elke andere gruwelijke zonde. Zet je hart erop om op de Heere te vertrouwen - en denk aan de woorden van de Psalmist: "Hij zal voor geen kwaad gerucht vrezen, zijn hart is standvastig, hij vertrouwt op de HEERE. Zijn hart wordt ondersteund, hij zal niet bevreesd zijn, totdat hij de val van zijn tegenstanders ziet." (Psalm 112:7-8).