DE GEWELDIGE GOEDERTIERENHEID VAN DE VADER

David Wilkerson (1931-2011)

Christenen die hun wandel met God serieus nemen, hebben een diep verlangen om hun hemelse Vader beter te leren kennen. De Schrift zegt duidelijk: "Niemand heeft ooit God gezien" (Johannes 1:18). We weten dat God een geest is en dat Hij onzichtbaar is voor ons, dus hoe leren we de Vader kennen? Ik geloof dat een deel van Jezus' missie op aarde eruit bestond, om ons het menselijke gezicht van de hemelse Vader te openbaren.

Jezus zei tegen de discipelen: "Als u Mij gekend had, zou u ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu af kent u Hem en hebt u Hem gezien" (Johannes 14:7). Deze verklaring verwarde hen en Filippus flapte er zelfs uit: "Heere, laat ons de Vader zien en het is ons genoeg" (Johannes 14:8).

Jezus antwoordde geduldig, omdat Hij wist dat Filippus’ verzoek oprecht was. “Jezus zei tegen hem: Ben Ik zo'n lange tijd bij u, en kent u Mij niet, Filippus? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; en hoe kunt u dan zeggen: Laat ons de Vader zien?" (Johannes 14:9).

Jezus draaide zich toen om en sprak tot alle discipelen met een heerlijke belofte: "Op die dag zult u inzien dat Ik in Mijn Vader ben, en u in Mij, en Ik in u" (Johannes 14:20). Wat een geweldig gesprek! Jezus zei tegen deze mannen: "Kijk me aan. Zie je niet dat ik God ben, Die gekleed is in menselijk vlees? Ik ben de essentie van de Vader - in natuur, inhoud en karakter. Door Mij heen zie je het gezicht van God."

Er verschijnt een duidelijk beeld: God heeft Zijn Zoon gestuurd om ons precies te laten zien hoe Hij is. Dus om God te kennen en te zien, moeten we eerst Christus kennen en zien. Het is waar dat God twee kanten heeft, omdat Hij een God van rechtvaardigheid is, en Hij zegt: "vrees de HEERE en keer je af van het kwade" (Spreuken 3:7). Maar Zijn andere kant is goedheid en onvoorwaardelijke liefde. We zien dit geopenbaard in Jezus' bediening. Alles wat Christus zei en deed, openbaarde ons de wonderbare goedertierenheid van de Vader.

*goedertierenheid = liefdevolle vriendelijkheid